zaterdag 30 april 2016

Barmhartigheid door dik en dun

(Deze tekst verscheen eerder in een licht gewijzigde vorm in het weekblad Kerk & Leven, editie Zutendaal)

Het volgende maakte ik mee op zondag 3 april 2016, dit jaar de eerste zondag na Pasen.

Maar in feite begon het verhaal al een drietal weken eerder, toen ik in Brussel, waar ik werk, van het voetpad een gebedsprentje opraapte, dat iemand daar had verloren. Ik zag op de buitenkant van het prentje de in mijn ogen nogal melige afbeelding van een Jezus Christus, uit wiens hart twee brede, lichtende stralen ontsproten: een witte en een rode. Ik propte het prentje achteloos in mijn portefeuille en besteedde er verder geen aandacht meer aan.

Dan kwam de bewuste zondag, 3 april. Ik had tot in de late namiddag achter mijn laptop zitten werken. En dat niet eens voor persoonlijke zaken of hobby’s; neen, ik deed het om achterstand op te halen van mijn werk, waar de opdrachten in die periode zeer talrijk waren. Weliswaar had ik mezelf ook wel wat in problemen gebracht door me tijdens de werkuren op kantoor frequent te laten afleiden door kranten-artikels over de actuele stand van zaken in de Vlaamse en Nederlandse podiumkunsten, wat me op zijn beurt weer ertoe bracht om meteen, uit groot enthousiasme en nog tijdens de werktijd op kantoor, reservaties te beginnen maken voor nog eens zeven theatervoorstellingen d’erbij, terwijl mijn agenda toch al uitpuilde van de podiumactiviteiten die ik in de komende weken en maanden zou bijwonen.

Maar na vier, vijf uren van intense arbeid werd het hoog tijd om nog even op de fiets te springen, zeker nu de lente die zondag zo gul en zonnig tot uitbarsting was gekomen. Met in mijn rugzak een spannend boek fietste ik langs de kortste weg naar De Beemden, een heerlijke Lierse taverne, die pal naast de Kleine Nete verscholen lag in het groen. Het was daar heerlijk toeven. Er was gelukkig nog een tafel vrij buiten op het ruime gazon, dicht bij het nabijgelegen meer. De zon bescheen mild en warm mijn rug. Ik opende mijn boek en begon te lezen, een lekkere Karmeliet binnen handbereik. 

Toen ik de rekening moest betalen, opende ik mijn portefeuille en merkte bij toeval het gebedsprentje op. Ik haalde het tevoorschijn en bekeek het voor het eerst aandachtig. De Barmhartige Jezus keek mij vanop het prentje mededogend aan. Zijn linkerhand rustte op zijn borst, ter hoogte van zijn hart; met zijn rechterhand maakte hij een zegenend gebaar.

Wat zou deze Jezus mij eigenlijk te vertellen hebben? Ik trachtte te begrijpen wat er op het prentje, dat in het Frans was opgesteld, geschreven stond. In vertaling luidde het als volgt:

“WOORDEN VAN ONZE HEER AAN ZUSTER FAUSTINA” – “Deze twee stralen die van mijn Hart uitgaan, symboliseren het Bloed en het Water die eruit ontsprongen op de dag van mijn Kruisoffer. De witte straal staat voor het water dat de zielen reinigt (doopsel, boetedoening), de rode staat voor het Bloed dat het leven van de zielen verhevigt (Communie, overige sacramenten)… Gelukkig wie in hun schaduw leeft, want hij zal de toorn van God niet hoeven te vrezen.”

“BELOFTEN VAN ONZE HEER” – “Ik beloof dat de ziel die deze beeltenis vereert niet zal vergaan, en evenmin de huizen en steden waar ze wordt vereerd. Ik zal ze sparen en beschermen. De zielen die een beroep doen op Mijn Barmhartigheid, bereiden Mij een grote vreugde. Ik zal hun genaden schenken, groter nog dan die welke ze mij vragen. De zielen die zich manifesteren als apostelen van de eredienst van Mijn Barmhartigheid, zal ik gedurende hun ganse leven beschermen, zoals een moeder haar kind beschermt, en in het uur van hun dood zal Ik niet hun Rechter zijn, maar hun Verlosser.

Ik verlang dat Mijn Barmhartigheid plechtig gevierd wordt op de eerste zondag na Pasen. Wie op die dag, na zijn zonden beleden te hebben, te communie gaat, zal de vergiffenis van zijn zonden verkrijgen en de kwijtschelding van de straffen die eraan verbonden zijn.

Ik zat verbluft naar de tekst te staren. De Barmhartige Christus… dat trof! Paus Franciscus had het jaar 2016 immers uitgeroepen tot het jaar van Gods Barmhartigheid! Er was een stroom aan publicaties en initiatieven op gang gekomen om die Barmhartigheid dik in de verf te zetten.

Maar wacht eens? Was er niet meer aan de hand? - “De eerste zondag na Pasen”,  zei de tekst, was dat soms niet vandaag? Snel diepte ik uit mijn rugzak mijn agenda op en bladerde erin terug tot het voorbije weekend, en wat ik al vermoedde bleek helemaal juist: het weekend voordien was het Pasen geweest!

Nu stond ik helemaal paf! Welk gelukkig toeval had mij ertoe bewogen om uitgerekend vandaag dat prentje uit mijn portefeuille op te vissen? Eén dag later, en de unieke kans om kwijtschelding van mijn zonden te verkrijgen was voorbij geweest! Ik zou een heel jaar hebben moeten wachten voordat de Barmhartigheid weer eens voorbij kwam! Want, hoe ging de tekst ook alweer?  

“Wie op die dag, na zijn zonden beleden te hebben, te communie gaat, zal de vergiffenis van zijn zonden verkrijgen en de kwijtschelding van de straffen die eraan verbonden zijn.”  

Snel even checken: was ik vanmorgen naar de kerk geweest? Yes! Had ik daar mijn zonden beleden? Natuurlijk, net als iedereen! En was ik ook nog te communie gegaan? Jawel! Bijgevolg, ik zat op rozen! Mijn vele zonden waren vergeven en mijn schulden kwijtgescholden!

Maar, had ik dan inderdaad schulden? Tja, ik werd in de voorbije weken weleens door mensen beticht van ‘grensoverschrijdend gedrag’. Geef toe, geen kleine beschuldiging. Ik zou namelijk mijn hart te gul en te enthousiast hebben opengezet voor anderen - nee, niet voor enkel mijn geliefden, maar zo maar voor iedereen, waar ik me ook bevond, en voor wie ik maar tegenkwam. Dat vonden sommigen toch wel ontoelaatbaar opdringerig, of zeker niet in overeenstemming met de heersende sociale codes. Zij aarzelden daarom ook niet en keerden mij simpelweg de rug toe.

Andere personen waren niet gediend met mijn stortvloed aan mails, met telkens weer nieuwe verhaaltjes, een nieuwe mop, een nieuw getuigenis, een nieuwe recensie van een onlangs bijgewoonde voorstelling. Deze mensen deden mij verstaan dat ik daarmee moest ophouden, en hen liefst onmiddellijk verwijderen uit mijn mailinglist. Had ik dan geen idee hoeveel mails er in zijn geheel dagelijks wel binnenwaaiden in hun mailbox? En dacht ik soms dat zij zomaar tijd en interesse had om al die verhaaltjes van me te lezen?

Vergeef mij daarom mijn onvertogen gedrag, Barmhartige Heer! En vergeef mij ook dat ik op dit eigenste moment alweer een nieuw stukje heb geschreven, dat ik deze keer heb gewijd aan uw in mijn ogen werkelijk al te melige bidprentje, dat zo volstrekt onmodieus uit de tijd is en toch zoveel harten van wanhopige, op de dool geraakte mensen sneller doet kloppen... En vergeef me ten slotte dat ik tegen beter weten in ook dit verhaaltje straks weer onbeschaamd zal publiceren en aldus binnen het bereik brengen van ontelbaar veel mensen …

Ondertussen was mijn biertje op, en nam ik mijn boek, het zeer prijzenswaardige “Cinderella” van Michael Bijnens, weer ter hand. Daarin las ik toevallig - bestaat toeval? - over een persoon die door de gerechtsdeurwaarder werd aangemaand tot het betalen van een onmogelijk hoge geldsom; hij had geen idee waar hij zoveel geld vandaan moest halen. Het betrof bovendien een schuld die de hoofdpersoon niet eens zelf had gemaakt; neen, het was zijn moeder die buiten zijn medeweten hem daarmee had opgezadeld! Van je naaste vrienden en familieleden moet je het hebben…  “Barmhartige Christus, heb medelijden met deze man!” kon ik niet nalaten te zeggen. En wie weet werd ergens in de hoge, verre hemel mijn bede wel verhoord?  Wie zal het zeggen?

Etienne Eertmans
30 april 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten