dinsdag 19 april 2016

Hé, een geboortekaartje!

Vandaag leef ik op een wolk. Ik heb daarstraks naar meer dan tweehonderd mensen een mail gestuurd om de opstart te melden van mijn weblog. Het bericht ging als volgt:

“Hierbij meld ik je de blijde geboorte van… mijn BLOG! (de laatste twee woorden als hyperlink gemarkeerd). Gezond op de wereld gekomen op 17 april 2016 om 23:42 uur, ademt vanmorgen nog steeds en mist op het eerste gezicht geen vingertjes of teentjes; heeft twee rode oortjes, een nieuwsgierig neusje, een pruilmondje en twee oogjes zó blauw! En ijdel is ze ook al een beetje, want ze wil aan iedereen getoond worden en van hen horen hoe schattig ze wel is …  Ik zal haar maar in de gaten houden, want straks glipt ze nog weg en breekt ze al mijn huisraad stuk!”

Niet veel later stroomden de gelukwensen toe, de ene al uitbundiger dan de andere. Maar de prijs voor de allerleukste reactie gaat met grote afstand naar mijn vriend E., van wie ik hier uit pudeur de naam niet voluit durf te schrijven. Hij belde me namelijk om te vragen hoe het intussen met mijn poesje was? “Mijn poesje,” antwoordde ik, “heb ik een poesje? Heb jij bij mij al eens een poesje gezien?” – “Ja, dat las ik toch net in je mail!”  Mijn vriend, nota bene aangesteld om mij thuis een beetje op te vangen omwille van mijn autisme, had zelf als de eerste de beste autist voetstoots aangenomen dat ik een poesje in huis had gehaald en haar gedoopt had met de naam BLOG!  E., daar kraken we volgende keer een fles op!

Het is verbazend hoe verschillend mijn teksten soms gelezen worden. Mensen halen er betekenissen uit die ik er nooit in wilde leggen. In het ergste geval vragen zij me zelfs om hen niet langer lastig te vallen met mijn geschrijf. Of ik hen alsjeblieft uit de contactgroep wil verwijderen?

Dit verschijnsel boeit me enorm. De stelling wordt hiermee bevestigd dat de lezer altijd mee het verhaal schrijft, zoals de kijker in de zaal mee de toneelvoorstelling maakt (of kraakt). Eén van de vaakst voorkomende fouten is dat de lezer meent dat ik alles wat ik verhaal, ook letterlijk zo beleefd heb. Hij of zij meent dat de verhalenverteller samenvalt met de persoon, de vriend of collega die hij gisteren nog heeft ontmoet en met wie hij samen een glas wijn dronk. Terwijl ik als schrijver toch het recht heb om mijn verhaal te verfraaien en er eindjes aan te breien die zich in werkelijkheid niet hebben voorgedaan. Ik geloof niet dat ik daarmee de waarheid ten gronde geweld aandoe. In zijn toneelstuk “De gelukzaligen” verwoordde Alex Van Warmerdam het heel gelukkig: “Een verhaal is niet geslaagd omdat het waarheidsgetrouw is, maar omdat de toehoorder er losweg in tuint!”

Post scriptum: mijn huisraad is nog heel! Alleen is de voorraad alcoholische dranken op één etmaal tijd verdacht veel geslonken…

Etienne Eertmans

18 april 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten