Op 2 maart 2016 trok ik naar Brussel, voor één keer niet om er te gaan werken voor
de Vlaamse overheid, zoals ik anders altijd doe; wel om er inspiratie op
te doen over 'onrecht' in de samenleving en over wat wij - jij of ik, christen,
moslim of wat dan ook - daar tegenover kunnen stellen.
Het kader
daartoe werd mij geboden door de organisatie beweging.net, de koepel van de christelijke
arbeidersbeweging.
Het werd een
zeldzaam bezielende ervaring.
Startplaats
was de Pletinckxstraat nummer 19, op 5 minuten wandelafstand van de Beurs.
In de
voormiddag trok ik met 14 andere deelnemers erop uit, onder begeleiding van Daniël
Alliët, pastoor van de Begijnhofkerk, in het spoor van
de pas in België aangestrande asielzoeker.
Daniël Alliët
kende ik nog van mijn Brusselse periode (1988-1993) en herinnerde ik mij als
een zeer gedreven pastor met de vingers op de pols van de Brusselse samenleving, en dan vooral de onderkant daarvan: de minder begoeden, de pechvogels, de
gestranden, de uitgestotenen, de verschoppelingen, de kanslozen.
Nu echter leerde ik hem kennen op een manier zoals ik daartoe 25 jaar geleden niet
de kans had gekregen.
Ik bezocht
samen met hem de plaatsen waar hij als pastor al decennialang heel concreet
actief is, en zich bescheiden en nederig, maar met onuitputtelijke overgave en
vechtend als een leeuw inzet voor zijn vrienden, en dat zijn in hoofdzaak de
asielzoekers en sans-papiers, en meer uitgebreid allen die in onze gezellige
Belgische en Vlaamse hoofdstad het onderspit delven en weerloos onrecht moeten
ondergaan. Ik hoorde van hem dat er vandaag in Brussel duizenden moderne slaven werken,
uitgeprocedeerd, ondergedoken en zonder rechten. En vanzelfsprekend hun
arbeid verrichtend voor een loon waar jij en ik zich diep gekrenkt door
zouden voelen. Nauwelijks meer dan om zich brood en kleren te kunnen verschaffen.
Daniël
Alliët, een man als een vulkaan. Hij woont al 28 jaar in Molenbeek - het hart
van de wereld, zei hij fier! - in een café/woonhuis met de profetische naam
Salaam (Shaloom, Vrede). Hij bewoont dat huis met 8 andere mensen, 4 met
papieren en 4 zonder papieren. Samen vertegenwoordigen zij 6 verschillende
nationaliteiten!
Daniël is 72
nu, maar terwijl veel van zijn leeftijdgenoten er al lang het bijltje bij
hebben neergelegd, werkt hij nog steeds voort alsof hij 20 was. "Hoe houd je dat
vol?" vroeg ik hem. "O, gewoon doordoen!" was zijn antwoord.
Verder geen commentaar!
Er moet bij
worden vermeld dat hij begenadigd is met een ijzersterk gestel. Hij is
afkomstig uit een West-Vlaamse boerenfamilie en is in zijn ganse leven nog
nooit ziek geweest, op één knieoperatie na.
Het vertrek
van de tocht verliep stuntelig. In het metrostation Beurs doken wij onder de
grond. Maar dat is nu net iets wat Daniël nooit doet: de tram of de metro nemen.
Hij doorkruist Brussel altijd met de fiets. Het was dus een eindeloos ingewikkelde
bedoening om al die deelnemers aan de wandeling door de toegangspoortjes te versluizen met
behulp van die éne chipkaart van Daniël. Bovendien stootten wij ondergronds op twee stakkerds, die
mekaar als razende honden met een mes te lijf wilden gaan. Daniël en ik
slaagden erin om hen uit elkaar te houden en redden daarmee waarschijnlijk minstens één mensenleven.
Na dat
oponthoud moesten wij ons reppen naar het Noordstation en de nabijgelegen
Dienst Vreemdelingenzaken, naast het Maximiliaanpark, waar de asielzoekers
voor het eerst geregistreerd worden. Vervolgens naar de in dezelfde straat
gelegen Sint-Rochuskerk, waar pastoor Hugo Vangeel de dienst uitmaakt en waar
de asielzoekers op de eerste dag van hun aankomst, na hun registratie bij de
DVZ, 's middags en 's avonds terecht kunnen voor een maaltijd en een
slaapplaats voor één nacht (het maximum bedraagt 100 matrassen) en kleding voor de eerste
dagen van hun verblijf in het koude België. Soep kunnen de asielzoekers op de
eerste dag krijgen bij het soep- en informatiepunt op nr. 34 van de Antwerpsesteenweg,
dicht bij de Sint-Rochuskerk. Zowel de kerk als het soeppunt worden gerund door
vrijwilligers - het soeppunt wordt opengehouden door Vluchtelingenwerk
Vlaanderen. De federale overheid laat het hier afweten. Eerste les inburgering voor Belgische nieuwkomers: "Tirez votre plan!" - zoals het later nog heel vaak zal moeten gebeuren.
Onze volgende
stopplaats was het Klein Kasteeltje, langs het kanaal Brussel-Charleroi.
Onderweg vertelde Daniël ons wat over de geschiedenis van Molenbeek, een
landelijk dorp dat eind 19de eeuw uitgroeide tot de bakermat van het socialisme
in België, het 'Manchester' van België. En nu een naam die de politieke leiders
van Europa doet beven, een gemeente waarvan onze minister van Binnenlandse
Zaken Jan Jambon vindt dat ze van deur-tot-deur moet opgekuist worden: alle
terroristennesten moeten uitgerookt worden! Daniël Alliët doet er wat lacherig
over. In zijn Molenbeekse Schoolstraat merkt hij er weinig van, van die ijzeren verhalen.
Er wordt in Molenbeek heel vreedzaam samengeleefd. Stoere rakkers vind je
overal, en bij de autochtonen beslist niet minder dan bij de allochtonen. Maar
hoe moeilijk valt het ons om dat in te zien en ridderlijk toe te geven.
In het Klein
Kasteeltje mochten we van de bewaking maar 3 minuten binnen, net genoeg om de
binnenkoer te bekijken. Het centrum biedt vandaag opvang aan 840 mensen, onder
wie een honderdtal kinderen en 80 tot 90 niet begeleide minderjarigen. Na
gemiddeld 6 maanden krijgt de helft van de bewoners te horen dat hun
asielaanvraag wordt afgewezen en dat zij het sprookjesland België meteen weer moeten verlaten. Velen van
hen belanden vanaf dan in de illegaliteit. Zo lopen er duizenden rond in
Brussel. Zelfs de tram nemen is voor hen een groot risico, want elke controle
kan een controle te veel zijn en hun lot bezegelen.
Die illegalen
kunnen dan bijvoorbeeld terecht in de Oppemstraat nr. 54, het volgende huis dat
we bezochten. Er zijn meerdere organisaties in dat huis actief, alle bekommerd
om het lot van de uitgeprocedeerden. Ze vinden er niet alleen voedsel, maar ook
informatie en begeleiding in al zijn vormen. Informatie - zo belangrijk voor
elke vreemdeling die in ons zoete land is aangewaaid. Zonder goede informatie
ben je sowieso een vogel voor de kat. Het huis op nr. 54 draagt de naam
"Voyaach" - een stek voor mensen "en voyage", "op
reis", "onderweg" - wie weet waarheen?
De laatste
halte van onze wandeling was Daniëls eigen Begijnhofkerk. Bij het betreden
ervan werd al heel vlug duidelijk welke Geest daar waait. In barre tijden, niet
zoveel jaren geleden - in 2007 heb ik onthouden - bood deze kerk maandenlang
onderdak aan uitgeprocedeerden, sans-papiers van allerlei allooi, broederlijk
verenigd in de miserie. Ik onthield dat de moslim-gelovigen toen van Daniël een
gedeelte van de kerk mochten inrichten als moskee, om er 7 keer per dag hun
gebeden te kunnen verrichten, het gelaat naar Mekka gewend. Hallo bisschoppen
en kardinalen, die streven naar oecumene en daarover verdienstelijke
verklaringen schrijven?! Misschien kan dit nog iemand op een idee brengen?
Het
namiddaggedeelte vond plaats in de Spiegelzaal van het gemeenschapscentrum De
Markten aan de Oude Graanmarkt. Er waren 4 sprekers uitgenodigd, en die
plooiden zich alle vier dubbel om binnen de hun zeer krap toebedeelde tijd
(slechts 30 minuten!) een consistente boodschap mee te geven. Ze benaderden het
dagthema 'onrecht' allen op een heel eigen manier, vanuit hun eigen praktijk,
wat een bontgekleurd palet opleverde.
Ellen Van
Stichel liet ons kennismaken met de pauselijke encycliek Rerum Novarum,
verschenen in 1891 en dus dit jaar toe aan zijn 125ste verjaardag. Een
kerkelijk document dat in die tijd het thema 'sociale armoede' op een
revolutionaire en voor de kerk geheel nieuwe manier aansneed.
Naïma
Lafrarchi vertelde over de praktijken en gebruiken in de islam met
betrekking tot armoede en rechtvaardigheid in al zijn facetten.
Bleri Lleshi
sprak met veel vuur over de heilzaamheid van liefde in onze van angst verstarde
samenleving en doopte ons allen tot 'liefdewerkers'. De tweede vulkaan van de
dag!
En ten slotte
verschafte Steven Vanackere de beleidsmensen van beweging.net een reeks pertinente adviezen om
de waarden die de christelijke arbeidsbeweging hoog in haar vaandel draagt, ook eens een
keer toe te passen binnen de eigen kringen. Voordat je je stem verheft om te
zeggen wat de anderen dringend eens zouden moeten doen, vraag je je best eens af wat
jij zelf misschien nog dringender zou moeten doen!
Etienne
Eertmans
2 maart 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten