maandag 18 april 2016

Een passionerende dag in Brussel

Op 2 maart 2016 trok ik naar Brussel, voor één keer niet om er te gaan werken voor de Vlaamse overheid, zoals ik anders altijd doe; wel om er inspiratie op te doen over 'onrecht' in de samenleving en over wat wij - jij of ik, christen, moslim of wat dan ook - daar tegenover kunnen stellen.
Het kader daartoe werd mij geboden door de organisatie beweging.net, de koepel van de christelijke arbeidersbeweging.
Het werd een zeldzaam bezielende ervaring.

Startplaats was de Pletinckxstraat nummer 19, op 5 minuten wandelafstand van de Beurs.

In de voormiddag trok ik met 14 andere deelnemers erop uit, onder begeleiding van Daniël Alliët, pastoor van de Begijnhofkerk, in het spoor van de pas in België aangestrande asielzoeker.
Daniël Alliët kende ik nog van mijn Brusselse periode (1988-1993) en herinnerde ik mij als een zeer gedreven pastor met de vingers op de pols van de Brusselse samenleving, en dan vooral de onderkant daarvan: de minder begoeden, de pechvogels, de gestranden, de uitgestotenen, de verschoppelingen, de kanslozen.
Nu echter leerde ik hem kennen op een manier zoals ik daartoe 25 jaar geleden niet de kans had gekregen.

Ik bezocht samen met hem de plaatsen waar hij als pastor al decennialang heel concreet actief is, en zich bescheiden en nederig, maar met onuitputtelijke overgave en vechtend als een leeuw inzet voor zijn vrienden, en dat zijn in hoofdzaak de asielzoekers en sans-papiers, en meer uitgebreid allen die in onze gezellige Belgische en Vlaamse hoofdstad het onderspit delven en weerloos onrecht moeten ondergaan. Ik hoorde van hem dat er vandaag in Brussel duizenden moderne slaven werken, uitgeprocedeerd, ondergedoken en zonder rechten. En vanzelfsprekend hun arbeid verrichtend voor een loon waar jij en ik zich diep gekrenkt door zouden voelen. Nauwelijks meer dan om zich brood en kleren te kunnen verschaffen.

Daniël Alliët, een man als een vulkaan. Hij woont al 28 jaar in Molenbeek - het hart van de wereld, zei hij fier! - in een café/woonhuis met de profetische naam Salaam (Shaloom, Vrede). Hij bewoont dat huis met 8 andere mensen, 4 met papieren en 4 zonder papieren. Samen vertegenwoordigen zij 6 verschillende nationaliteiten!

Daniël is 72 nu, maar terwijl veel van zijn leeftijdgenoten er al lang het bijltje bij hebben neergelegd, werkt hij nog steeds voort alsof hij 20 was. "Hoe houd je dat vol?" vroeg ik hem. "O, gewoon doordoen!" was zijn antwoord. Verder geen commentaar!
Er moet bij worden vermeld dat hij begenadigd is met een ijzersterk gestel. Hij is afkomstig uit een West-Vlaamse boerenfamilie en is in zijn ganse leven nog nooit ziek geweest, op één knieoperatie na.

Het vertrek van de tocht verliep stuntelig. In het metrostation Beurs doken wij onder de grond. Maar dat is nu net iets wat Daniël nooit doet: de tram of de metro nemen. Hij doorkruist Brussel altijd met de fiets. Het was dus een eindeloos ingewikkelde bedoening om al die deelnemers aan de wandeling door de toegangspoortjes te versluizen met behulp van die éne chipkaart van Daniël. Bovendien stootten wij ondergronds op twee stakkerds, die mekaar als razende honden met een mes te lijf wilden gaan. Daniël en ik slaagden erin om hen uit elkaar te houden en redden daarmee waarschijnlijk minstens één mensenleven.

Na dat oponthoud moesten wij ons reppen naar het Noordstation en de nabijgelegen Dienst Vreemdelingenzaken, naast het Maximiliaanpark, waar de asielzoekers voor het eerst geregistreerd worden. Vervolgens naar de in dezelfde straat gelegen Sint-Rochuskerk, waar pastoor Hugo Vangeel de dienst uitmaakt en waar de asielzoekers op de eerste dag van hun aankomst, na hun registratie bij de DVZ, 's middags en 's avonds terecht kunnen voor een maaltijd en een slaapplaats voor één nacht (het maximum bedraagt 100 matrassen) en kleding voor de eerste dagen van hun verblijf in het koude België. Soep kunnen de asielzoekers op de eerste dag krijgen bij het soep- en informatiepunt op nr. 34 van de Antwerpsesteenweg, dicht bij de Sint-Rochuskerk. Zowel de kerk als het soeppunt worden gerund door vrijwilligers - het soeppunt wordt opengehouden door Vluchtelingenwerk Vlaanderen. De federale overheid laat het hier afweten. Eerste les inburgering voor Belgische nieuwkomers: "Tirez votre plan!" - zoals het later nog heel vaak zal moeten gebeuren. 

Onze volgende stopplaats was het Klein Kasteeltje, langs het kanaal Brussel-Charleroi. Onderweg vertelde Daniël ons wat over de geschiedenis van Molenbeek, een landelijk dorp dat eind 19de eeuw uitgroeide tot de bakermat van het socialisme in België, het 'Manchester' van België. En nu een naam die de politieke leiders van Europa doet beven, een gemeente waarvan onze minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon vindt dat ze van deur-tot-deur moet opgekuist worden: alle terroristennesten moeten uitgerookt worden! Daniël Alliët doet er wat lacherig over. In zijn Molenbeekse Schoolstraat merkt hij er weinig van, van die ijzeren verhalen. Er wordt in Molenbeek heel vreedzaam samengeleefd. Stoere rakkers vind je overal, en bij de autochtonen beslist niet minder dan bij de allochtonen. Maar hoe moeilijk valt het ons om dat in te zien en ridderlijk toe te geven.

In het Klein Kasteeltje mochten we van de bewaking maar 3 minuten binnen, net genoeg om de binnenkoer te bekijken. Het centrum biedt vandaag opvang aan 840 mensen, onder wie een honderdtal kinderen en 80 tot 90 niet begeleide minderjarigen. Na gemiddeld 6 maanden krijgt de helft van de bewoners te horen dat hun asielaanvraag wordt afgewezen en dat zij het sprookjesland België meteen weer moeten verlaten. Velen van hen belanden vanaf dan in de illegaliteit. Zo lopen er duizenden rond in Brussel. Zelfs de tram nemen is voor hen een groot risico, want elke controle kan een controle te veel zijn en hun lot bezegelen.

Die illegalen kunnen dan bijvoorbeeld terecht in de Oppemstraat nr. 54, het volgende huis dat we bezochten. Er zijn meerdere organisaties in dat huis actief, alle bekommerd om het lot van de uitgeprocedeerden. Ze vinden er niet alleen voedsel, maar ook informatie en begeleiding in al zijn vormen. Informatie - zo belangrijk voor elke vreemdeling die in ons zoete land is aangewaaid. Zonder goede informatie ben je sowieso een vogel voor de kat. Het huis op nr. 54 draagt de naam "Voyaach" - een stek voor mensen "en voyage", "op reis", "onderweg" - wie weet waarheen?

De laatste halte van onze wandeling was Daniëls eigen Begijnhofkerk. Bij het betreden ervan werd al heel vlug duidelijk welke Geest daar waait. In barre tijden, niet zoveel jaren geleden - in 2007 heb ik onthouden - bood deze kerk maandenlang onderdak aan uitgeprocedeerden, sans-papiers van allerlei allooi, broederlijk verenigd in de miserie. Ik onthield dat de moslim-gelovigen toen van Daniël een gedeelte van de kerk mochten inrichten als moskee, om er 7 keer per dag hun gebeden te kunnen verrichten, het gelaat naar Mekka gewend. Hallo bisschoppen en kardinalen, die streven naar oecumene en daarover verdienstelijke verklaringen schrijven?! Misschien kan dit nog iemand op een idee brengen?

Het namiddaggedeelte vond plaats in de Spiegelzaal van het gemeenschapscentrum De Markten aan de Oude Graanmarkt. Er waren 4 sprekers uitgenodigd, en die plooiden zich alle vier dubbel om binnen de hun zeer krap toebedeelde tijd (slechts 30 minuten!) een consistente boodschap mee te geven. Ze benaderden het dagthema 'onrecht' allen op een heel eigen manier, vanuit hun eigen praktijk, wat een bontgekleurd palet opleverde.

Ellen Van Stichel liet ons kennismaken met de pauselijke encycliek Rerum Novarum, verschenen in 1891 en dus dit jaar toe aan zijn 125ste verjaardag. Een kerkelijk document dat in die tijd het thema 'sociale armoede' op een revolutionaire en voor de kerk geheel nieuwe manier aansneed.

Naïma Lafrarchi vertelde over de praktijken en gebruiken in de islam met betrekking tot armoede en rechtvaardigheid in al zijn facetten.

Bleri Lleshi sprak met veel vuur over de heilzaamheid van liefde in onze van angst verstarde samenleving en doopte ons allen tot 'liefdewerkers'. De tweede vulkaan van de dag!

En ten slotte verschafte Steven Vanackere de beleidsmensen van beweging.net een reeks pertinente adviezen om de waarden die de christelijke arbeidsbeweging hoog in haar vaandel draagt, ook eens een keer toe te passen binnen de eigen kringen. Voordat je je stem verheft om te zeggen wat de anderen dringend eens zouden moeten doen, vraag je je best eens af wat jij zelf misschien nog dringender zou moeten doen!

Etienne Eertmans

2 maart 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten