donderdag 21 april 2016

Het leven zoals het is, in België - Over "Cinderella" van Michael Bijnens

Eerst deze waarschuwing: “Cinderella” is heavy stuff; literatuur op speed, en dat mag je letterlijk nemen. Niet bestemd dus voor (te) jonge oortjes. Zij zouden, vrees ik, er enkel de foute dingen uit onthouden, zonder de bereidheid erbij om te peilen naar wat de deerniswekkende, van alle kanten door het leven geblutste personages die het boek bevolken aan diepe verlangens, maar vooral aan wanhoop en angsten in hun duistere harten met zich meedragen.

“Cinderella” is als een esthetische spijkerbom die zeer plotseling explodeert in je handen, zodat je door het plafond gaat van het verschieten. Het is een haast fysiek voelbare stomp in de maag. Dat het deze superieure literaire kwaliteiten in zich bergt, is voor de auteur en zijn boek mooi meegenomen, maar is wellicht nooit Michael Bijnens’ hoofdbekommernis geweest. Dit is schrijven om te kunnen dealen met wat is geweest, schrijven om komaf te maken met een verleden dat je ondanks jezelf heeft besmeurd en omlaaggehaald tot een gedrocht waaraan niet veel menselijks meer te bespeuren viel. Een verleden dat nooit verder keek dan één dag of zelfs één uur lang, gewoon omdat de omstandigheden je zo dicht op het naakte vel zaten dat verder vooruitblikken in de toekomst zou getuigd hebben van overmoed en onmatigheid. Zonder zijn schrijverschap zou Michael Bijnens het nooit gehaald hebben, denk ik. Het was zijn laatste strohalm en redding, en hij heeft zich eraan vastgeklampt als een drenkeling in doodsnood. Daarom MOEST dit boek imperatief geschreven worden.

Alles erin draait om de haat-liefdeverhouding die Michael onderhield met zijn moeder, in het boek Iris Vandamme genoemd. Zelf geboren in een kansarm en gewelddadig nest, hoopte zij van haar eigen leven iets mooiers te kunnen maken. Zij was kunstzinnig en had een bijzonder rijk gevoelsleven – zijn schrijftalent heeft Michael wellicht van haar geërfd. Maar ook dit leven van de nog jonge Iris moest kapot. Haar echtgenoot liet haar zitten voor een ander en Iris moest alleen verder met twee nog jonge kinderen. Om te overleven begaf ze zich in de prostitutie, en zou er haar hele verdere leven niet meer aan ontsnappen, wilde er uiteindelijk ook niet meer uit ontsnappen. 

Alleen: Iris kon niet met geld omgaan, in alle materiële zaken was zij de grootste kluns en naïeveling die je je kon voorstellen. Draaiden de zaken goed, dan had zij geluk en konden de jongens eten en naar school gaan (al moesten zij voor dat eten vaak zelf het geld uit de portemonnee van hun moeder stelen om niet van honger om te komen). Waren er weinig of geen klanten, dan zagen zij met z’n allen zwarte sneeuw. Met de jaren stapelden de schulden en dwangbevelen zich op en hun liedje zou al veel vroeger uitgezongen zijn, was de noodzakelijkerwijs vroegrijpe Michael op een veel te jonge leeftijd niet zelf in de bres gesprongen door boudweg het pooierschap van zijn eigen moeder op zich te nemen. Daarmee bouwde hij de fragiele garantie in dat er voor hem en zijn moeder (broerlief had toen al lang de benen genomen) ten minste voor de duur van het komende etmaal genoeg drank, drugs en pizza’s zouden zijn om het nog even uit te houden. 

Hun liefde en haat jegens elkaar waren grenzeloos. Het boek leest dan ook soms als een heiligverklaring, een heuse hagiografie van mama Iris. Maar even snel als onverwacht slaat die om in een vernietigende aanklacht, waarin de zoon zijn moeder kokhalzend uitkotst. Met reden? Antwoorden vind je niet in dit boek, vragen des te meer. Ze worden de lezer in het gezicht gesmeten en die moet maar zien hoe hij of zij ermee wegkomt. Heeft een liefdeloos leven recht van bestaan? Wat is liefde überhaupt, en waar houdt ze op? Hoe sterk is haar draagkracht, voordat ze voorgoed kraakt? Waar eindigt het goede en begint het kwade? Hoeveel schaamte kan een mens aan? Is geluk een mensenrecht? Kan Jezus troost en redding verschaffen? Of onze koning misschien? Op elke nieuwe vraag glijd je uit, pasklare antwoorden zijn er niet. Hier baat niet de meetlat van vrouwe justitia, evenmin de ervaring waarop je als lezer zou kunnen terugvallen, want die heb je normaal gesproken niet. Enkel mededogen is een vehikel dat iedereen mogelijk een stap verder brengt.

Naast een beschrijving van de uitputtende, nee vernietigende relatie tussen Michael en zijn moeder is dit boek ook een helletocht door de onderbuik van de Belgische samenleving. De gangsters en dealers lopen er vogelvrij rond, en schrik niet als ze gemene zaak maken met de mensen die geacht worden de goede orde te bewaren in dit apenland. Ook een speurder van de federale politie wil wel eens zijn pleziertje hebben en zijn balzak leegschudden in de schoot van een vrouw, zich daarbij drogeren en zijn kop in alcohol omspoelen, dat alles gratis en voor niets welteverstaan. Daar staat uiteraard iets tegenover, dat kan je wel raden. Ja, gooi weg die krant, want je weet niet half wat er omgaat in je straat, naast je deur. Er is een volstrekt maffioze wereld waar wij geen weet van hebben en waar daders en slachtoffers, jagers en hun prooien inwisselbare maskers dragen – nu eens ligt de één boven, dan weer is het de ander die jou neukt. En zo blijft alles in evenwicht…

De beschrijving van de schunnigheden, de gemene streken, het verraad, de intimidaties, de lafhartigheden, de al dan niet opzettelijk toegebrachte verwondingen (niet zelden aan zichzelf), het geflirt met de dood… gaat soms zo ver dat je je afvraagt of dit wel allemaal waar kan zijn. Je draait rond in een scabreuze mallemolen, een heksenkermis van bloed, drugs en geweld. Maar wat doet het er toe, zelfs als de feiten soms wat zijn aangedikt of wie weet deels verzwegen om aan sommige overlevende personen, na hun verleden te hebben onderworpen aan zulk een genadeloze dissectie, niet ook nog alle (schijn)kansen op een betere toekomst te ontnemen; zelfs als dus het verhaal naar de feiten niet honderd procent klopt (wie zal het de schrijver kwalijk nemen?), dan nog blijft het een WAAR verhaal, want een verhaal van mensen die in wezen niet zo verschillend zijn als u en ik, maar die bij uitstek in het leven zijn moeten starten met twee linkerschoenen, die hun veel te klein waren bovendien.

Iedereen heeft bloed aan de handen in dit verhaal, ook de schrijver zelf, die dat overigens niet poogt te verhelen. Zo striemend en genadeloos als hij is in de beschrijving van zijn personages, zo onbarmhartig is hij jegens zichzelf, wanneer hij zijn gedachten en daden beschrijft in hun meest immorele verschijningen. In de alles overheersende drang om met zijn nog jonge geschiedenis af te rekenen zoals een edelmetaal (nou ja…) door vuur moet worden gelouterd, spaart de verteller ook zichzelf niet. Hij moet mee door de vuurhaard, alle smerigheid moet worden weggebrand om aldus de zo verlangde vrijheid van een werkelijk nieuw begin mogelijk te maken.

Dit werk van Michael Bijnens voegt zich in een lange edele rij van moeder- en vooral vaderboeken – ik noem voor de vuist weg “Sprakeloos” (Tom Lanoye), “Bezonken rood” (Jeroen Brouwers), “Oorlog en terpentijn” (Stefan Hertmans), “Ana Mladić” (Clara Usón), “De eerste mens” (Albert Camus), “Goede bedoelingen” (Ingmar Bergman), “Duitse les” (Siegfried Lenz), “Van een wereld die voorbij is” (Joshua Singer, broer van Nobelprijswinnaar Isaac Bashevis Singer), en zo kan ik nog even doorgaan. Bijnens’ boek misstaat in die prestigieuze rij geenszins.

Ik hoop dat dit werk zal gelezen worden, niet alleen door talloze literatuurliefhebbers, die er hun duimen en vingers aan zullen aflikken, maar ook door ministers, sociologen en welzijnswerkers, en vooral door mensen die door blind en dom geluk aan de “goede” kant van het leven terechtkwamen, opdat zij zouden beseffen welk een hoerenchance zij hebben gehad dat hun ouders (hopelijk) in relatief grote vrede bij elkaar zijn gebleven, dat groot materieel gebrek hun bespaard is gebleven en dat zij nooit in hun leven voor de verscheurende, haast dagelijkse keuze hebben moeten staan tussen de pest en de cholera, zonder joker achter de hand en zonder ook maar enige alternatieve, mildere optie.

Dank u Michael Bijnens, ik buig eerbiedig voor deze mateloos genereuze geste van jou, die niet alleen jou, daarop durf ik vertrouwen, terug licht en toekomst heeft verschaft, maar die ook in mij louterend en heilzaam zijn verwoestende werk heeft gedaan.


Etienne Eertmans

20 april 2016

1 opmerking:

  1. Bangelijk etienes. Hoe Jij de Cinderella van u afschrijft. Het leven zoals het is .. Het lijkt wel of Jij via het boek in onze ziel kon kijken. Daarvoor mijn dank. De moeder van Michael Bijnens.

    BeantwoordenVerwijderen