Een week of drie
geleden verbleef ik enkele dagen in de priorij van de zusters van Klaarland om
er uit te rusten en te schrijven. In de eetkamer stonden op een rek wat
folders, berichten en prenten uitgestald. Mijn oog viel op een bidprentje van
de zalige zuster Maria Gabriella Sagheddu, geboren in 1914 en al heel jong
overleden in 1939, ze was toen 25 jaar oud. Ik raapte het op en legde het
gedurende de rest van mijn verblijf vóór me op mijn schrijftafel.
Eerlijk
gezegd (eerlijk duurt het langst, dus kom op, voor de dag ermee) was het niet
het gebed op de achterzijde van het prentje dat mij had doen besluiten om het
mee te nemen naar mijn kamer, maar wel de foto van Maria Gabriella. Of nog
preciezer, de blik waarmee zij in de camera keek, en die mij vandaag nog altijd
ter plekke op mijn stoel doet smelten.
Natuurlijk is
Maria Gabriella niet voor haar mooie ogen zalig verklaard, al had dat voor mijn
part best gemogen, ik zou niet hebben geprotesteerd. Maar wel omdat zij heel haar leven heeft opgedragen ter intentie
van de eenheid van de christenen van de hele wereld. “Ut unum sint”, “Dat ze allen één mogen zijn”
– zo staat het dan ook als een lijfspreuk gedrukt op de achterkant van de
prent.
Het mooie tijdens mijn verblijf in Klaarland was dat, tot
mijn eigen grote verrassing, de dag van mijn vertrek samenviel met zuster Maria
Gabriella’s feestdag. “Dat is een gunstig teken!” bezwoer mij één van de
medegasten.
De woorden waarmee Jezus vlak voor zijn arrestatie tot GOD
bad, en die zuster Maria Gabriella tot haar eigen gebed maakte, werden – toeval
of niet – gisteren hardop voorgelezen in de kerk:
“Dat ze allen één mogen zijn! Zoals u, vader, in mij bent en
ik in u, zo mogen ook zij in ons zijn. Ik heb hen laten delen in de glorie
waarin u mij hebt laten delen, opdat ze één mogen zijn zoals wij één zijn: ik
in hen, zoals u in mij. Dat hun eenheid volkomen mag zijn, zodat de wereld mag
geloven dat u mij naar haar toe hebt gezonden, en dat u hen hebt liefgehad met
dezelfde liefde waarmee u ook mij hebt liefgehad.
Hen die u mij hebt toevertrouwd, zou ik graag daar opgenomen
zien waar ook ik zal zijn, zodat ze de glorie kunnen aanschouwen waarin u mij
hebt laten delen – want al vóór het ontstaan van de wereld had u mij lief.”
(Johannes 17,21-24)
Ik heb met eenheid nog niet zoveel gelukkige ervaringen gehad
in mijn leven. Veel meer met het tegendeel ervan: jaloezie, hartstocht,
verdeeldheid. Met het verhaal daarvan zal ik mijn stukje vandaag maar niet
verknoeien. Laten we voor even de droom hoog houden dat het mogelijk is:
vriendschap en liefde zonder hinderlijke bijgedachten of onderliggende woede.
Als het lukt, dan is het waarlijk feest!
Onze onverbeterlijke pastoor Jan heeft ons alvast warm
gemaakt ervoor. Hij kondigde gisteren trots aan dat er volgende zondag, op het
hoogfeest van Pinksteren, na afloop van de viering een drink wordt aangeboden.
En vooral, dat er bij die drink niet alleen koffie, thee, water en fruitsap
zullen zijn, maar ook GEEST-rijke drank !
“Ik zal komen helpen!”, zei ik meteen. “Helpen afwassen?” vroeg Jan.
“Nee, helpen drinken!” antwoordde ik.
Etienne Eertmans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten