zaterdag 14 mei 2016

Dát is liefde! (vervolg)

Vandaag en morgen vieren de christenen het feest van Pinksteren. Het is het feest waarop gevierd wordt dat de Heilige Geest neerdaalde op de leerlingen van Jezus. De leerlingen trokken daarop de wereld in om de boodschap van Jezus verder uit te dragen. Het verhaal daarvan vind je in het boek der Handelingen van de apostelen, hoofdstuk 2.

Om het voor lezers die niet (of niet meer) zo vertrouwd zijn met de christelijke traditie wat duidelijker te maken, kan ik zeggen dat Pinksteren zowat het feest is waarop de christenen hún Valentijnsdag vieren – zoals de goegemeente dat elk jaar pleegt te doen op 14 februari. Met andere woorden, de dag waarop het gebruikelijk is om aan iemand die je graag mag, een aardigheidje te geven. Een dag waarop de zuster- en broederliefde centraal staat, quoi. Je leest dat ook in Handelingen: “Zij raakten vol van heilige geest en begonnen te spreken in vreemde talen naarmate de geest hun ingaf. (…) De menigte raakte in verwarring, omdat iedereen hen hoorde spreken in zijn eigen taal. Ze stonden versteld en vroegen zich verwonderd af: ‘Maar dat zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken! Hoe komt het dan dat ieder van ons de taal hoort van zijn eigen geboortestreek?’”. Nu vraag ik je: welke taal verstaat iedere mens, ongeacht zijn leeftijd, geslacht of afkomst? De taal van de liefde, toch?

Dat het om liefde gaat en niets anders dan dat, blijkt ook uit de tekst die vandaag uit het Johannesevangelie wordt voorgelezen. Die gaat als volgt:

“Jezus zei tot zijn leerlingen: ‘Als jullie mij liefhebben, dan zullen jullie mijn richtlijnen onderhouden. En dan zal mijn vader jullie op mijn vraag een andere helper geven, die altijd bij jullie zal blijven. Als iemand mij liefheeft, dan zal die mijn woord onderhouden; mijn vader zal hem liefhebben, en wij zullen bij hem verblijf komen nemen. Wie mij niet liefheeft, slaat mijn woorden in de wind. Die woorden zijn niet van mij, maar van de vader, die mij heeft gezonden. Ik zeg jullie dit terwijl ik nog bij jullie ben. Maar de helper, de heilige geest die de vader in mijn naam naar jullie zal zenden, die zal jullie alles leren en in herinnering brengen wat ik jullie heb gezegd.” (Johannes 14, 15-16.23-26)

Liefhebben wordt in deze tekst gelijk gesteld met doén: geen woorden maar daden. Enkel woorden, dat is sentiment. Je koopt er niks mee. Maar ‘het woord onderhouden’, dat is de daad bij het woord voegen; dat is je zuster of broeder liefhebben met duizend kleine gestes van liefde. Laura Van Dolron heeft in haar boekje “Liefhebben” prachtig geïllustreerd op hoeveel verschillende manieren dat kan. En zij nodigt haar lezers daarmee uit om er zelf nog veel andere bij te verzinnen. Ja, het kan, op vaak heel pretentieloze, haast onzichtbare, maar daarom niet minder authentieke manieren.

Liefhebben heeft ook steeds te maken met trouw: “Mijn vader zal jullie een andere helper geven, die altijd bij jullie zal blijven. (…) Wij zullen bij hem komen inwonen.” GOD gaat nooit met vakantie; GOD heeft het nooit te druk, zodat HIJ/ZIJ voor ons nu eventjes geen tijd over heeft; zoals een vader of moeder voor hun kind, zo zegt ook GOD: ‘Bij ons ben je altijd welkom!’”.

Het voornaamste gebed van de joden is het “Sjema jisraël”: “Hoor Israël!”. De woorden zijn ontleend aan het boek Deuteronomium en gaan zo: “Hoor, Israël! De Heer is onze God, de Heer is één! Je zal de Heer, je God, liefhebben met heel je hart, met heel je ziel en met al je krachten. Wat ik je heden gebied, zal in je hart zijn; je zult het je kinderen inprenten en erover spreken wanneer je in huis bent, wanneer je onderweg bent, wanneer je neerligt en wanneer je opstaat. Je zult het ook tot een teken op je hand binden en het zal je een voorhoofdsband tussen je ogen zijn; je zult het schrijven op de deurpost van je huis en aan je poorten.” (Deut. 6,4-9)

Sinds deze week sieren deze woorden ook de deurpost van mijn appartement. Ze zijn verborgen in een mezouza, een klein kokertje dat de joden volgens traditioneel gebruik bevestigen op alle deurposten die leiden naar de woon-, werk- en slaapkamers. Bij binnenkomst van het vertrek raken ze de mezouza aan of kussen haar. Ik neem me voor om die gewoonte van hen over te nemen, om te beseffen dat alles, overal, met liefde te maken heeft en aan liefde gewijd is. Liefde is de enige weg naar Godskennis en het enige dat er echt toe doet in onze levens.

Met dank aan mijn vrienden van de cisterciënzerleesgroep in Klaarland, Bocholt.
Etienne Eertmans

15 mei 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten