“Niemand
heeft groter geloof dan wie zijn twijfel toont” (Erasmus)
“In de avond van die
eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar. Hoewel de deur op slot
was uit vrees voor de Joden, kwam Jezus: ineens stond hij in hun midden en zei:
‘Vrede!’ Na deze groet toonde hij hun
zijn handen en zijn zijde. Vreugde vervulde de leerlingen toen ze de Heer
zagen. ‘Vrede!’, zei Jezus nogmaals.
‘Zoals de vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie.’ Na deze woorden blies hij over hen. ‘Ontvang
Gods heilige geest,’ zei hij. ‘Als jullie
iemand zijn zonden vergeven, dan zijn ze ook vergeven; als je ze niet vergeeft,
dan blijven ze behouden.’
Tomas, één van de
twaalf, ook Didymus genaamd, was er niet bij toen Jezus kwam. De andere
leerlingen vertelden hem: ‘We hebben de Heer gezien!’ Maar hij zei: ‘Ik wil in
zijn handen de plaats zien waar de spijkers hebben gezeten, ik wil ze met mijn
vinger voelen, ik wil met mijn hand de opening in zijn zijde voelen, anders
geloof ik het nooit!’
Acht dagen later waren
de leerlingen weer bijeen, en nu was Tomas erbij. Hoewel de deur op slot was,
kwam Jezus: ineens stond hij in hun midden en zei: ‘Vrede!’ Vervolgens richtte hij zich tot Tomas: ‘Kom
maar met je vinger: hier zijn mijn handen; kom maar met je hand en voel de
opening in mijn zijde. En wees niet langer ongelovig maar gelovig.’ Hierop zei Tomas: ‘Mijn Heer!
Mijn God!’ Jezus zei: ‘Omdat je me
gezien hebt geloof je? Gelukkig zij die
zonder gezien te hebben toch tot geloof komen.’
Nog veel andere tekenen
heeft Jezus voor de ogen van zijn leerlingen verricht die niet in dit boek zijn
neergeschreven. Die welke u hier vindt, zijn neergeschreven opdat u zult
geloven dat Jezus de christus is, de zoon van God, en opdat u door dat geloof
leven zult bezitten in zijn naam.”
(uit het
Johannesevangelie, hoofdstuk 20)
Tot
drie keer toe weerklinkt in deze tekst de vredesgroet van Jezus: “Vrede!” – in
het Hebreeuws ‘sjaloom!’, in het Arabisch ‘salam!’. Het Hebreeuwse woord
‘sjaloom’ draagt een heel rijke lading: het betekent dat je de persoon tot wie
je je richt ‘heelheid’ toewenst, dat wil zeggen volmaakte harmonie en eenheid
met zichzelf en met de wereld om haar of hem heen. Een eenheid die gestalte
geeft aan Gods meest verheven dromen met de mensheid. Het Nederlands bezit geen
uitdrukking om die allesomvattende vrede met één enkel woord weer te geven.
De
vrede die Jezus de leerlingen toewenst, impliceert een mildheid en vergevingsgezindheid
die in schril contrast staan met de angst en onvrede die de leerlingen
gekluisterd houden. Want de deur van hun safe
house “was op slot uit vrees voor de Joden”. Liever geen ongenode gasten op dit uur! Maar Jezus breekt door hun pantser heen, en
zijn groet mist zijn effect niet want “Vreugde
vervulde de leerlingen toen ze hem zagen”. En aan Tomas, die er niet bij
was, vertellen zij nadien vol enthousiasme: “We
hebben de Heer gezien!”
Toch
is het effect van korte duur. Want “acht
dagen later waren de leerlingen opnieuw bijeen”, en nog steeds zijn de
deuren gesloten! Heeft Jezus’ onverwachte bezoek, hebben de warme ontmoeting en
de geruststellende woorden dan zo weinig blijvende sporen getrokken in hun
hart? Hoeveel meer is er nog nodig om de ijzige angst die hen gijzelt, te doen wegsmelten?
Hoe lang nog zullen zij ‘kleingelovig’ blijven? En, op een dieper niveau, wat
precies zit er toch in de weg dat hen belet om zich onvoorwaardelijk aan Hem
over te geven en zich als kinderen in zijn armen te werpen?
Maar
Jezus / God toont op een menselijk gezien heel onverstandige manier eindeloos
veel geduld. Hij komt aan onze zwakheid tegemoet en respecteert de schier
eindeloze tijd die wij soms nodig hebben om tot loslaten en overgave te durven komen.
Ook
met Tomas heeft Hij geduld. Hoe begrijpelijk en herkenbaar voor ons is de
reactie van Tomas op het nieuws dat zijn maten hem brengen: “Eerst zien, en dan geloven!” De woorden
die Jezus hem als reactie daarop toespreekt: “Gelukkig zij die zonder gezien te hebben toch tot geloof komen”,
mogen zeker niet als een verwijt worden verstaan. En Tomas heeft dat goed
aangevoeld. Tegenover zo een overmaat aan gastvrijheid denkt hij er niet aan om
zich uit te putten in verontschuldigingen voor zijn aanvankelijke ongeloof.
Tegenover de liefdesverklaring van Jezus plaatst hij zonder meer zijn eigen
liefdesverklaring: “Mijn Heer! Mijn God!” Het is even ontwapenend als de kreet van een
kind dat bij het weerzien van zijn moeder na een lange afwezigheid – en bij een
jong kind kunnen vijf minuten al heel ‘lang’ duren! – uitroept: “MAMA!”
Johannes
besluit zijn verhaal, en daarmee ook zijn ganse evangelie, als volgt: “Nog veel andere tekenen heeft Jezus voor de
ogen van zijn leerlingen verricht.” En toch nog niet genoeg blijkbaar, kijk maar
naar wat hierboven wordt verhaald. Welke steen was het die voor de harten van de
leerlingen was gerold en die de toegang ertoe belette? Misschien komt
het hierop aan: “On ne voit bien qu’avec
le coeur”, zoals de vos aan de kleine prins onderrichtte – “L’essentiel est invisible pour les yeux. »
Kijk
je alleen naar de zichtbare buitenkant, en laat je daar je intelligentie op
los, dan kom je er niet. Dan wil je altijd nog andere, nieuwe tekenen zien: “De Farizeeën en Sadduceeën kwamen naar Jezus
toe en vroegen hem, hun een teken uit de hemel te laten zien” (Matteüs
16,1). Bij wijze van repliek laat Jezus
vader Abraham, in zijn verhaal over Lazarus en de rijke man, zeggen: “Als jullie niet naar Mozes en de profeten
(d.i. de Schrift) luisteren, dan
zullen jullie je ook niet laten overtuigen als iemand uit de doden opstaat.”
(Lucas 16,31) Al blijft het waar dat
geloof ook altijd een genade is, een geschenk, waarop wij nooit geheel de hand
kunnen leggen, toch vraagt het van ons minstens een attitude, een levenshouding
die het Wonder toelaat om in onze levens binnen te breken.
Etienne
Eertmans
3
april 2016
Met dank aan mijn vrienden van de cisterciënzerleesgroep
in Klaarland, Bocholt.
Naar
Caravaggio, “Ongelovige Thomas” (1602-1603)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten