Een week
geleden begon in de islamitische kalender de maand ramadan. Dan vasten de
gelovige moslims een hele maand lang overdag. Tussen zonsopgang en
zonsondergang eten zij niet, drinken niet, roken niet, spreken geen kwaad en
hebben geen geslachtsgemeenschap. Daarnaast bidden zij meer dan anders, ook ’s
nachts, en schenken zij extra aandacht aan verdraagzaamheid, vrijgevigheid,
liefdadigheid en samenhorigheid.
Onlangs trof
ik in de opruimbak van de bibliotheek in Lier een boek aan met de titel “De
kern van de Koran”. Het werd geschreven door Thomas Cleary en verscheen voor
het eerst in New York in 1993. Het bevat de meest wezenlijke passages uit het
heilige boek van de Islam, met telkens een uitstekende uitleg ervan voor
niet-islamitische lezers.
Het leek me
een goed idee om het boek mee te nemen naar het monasterium van Betlehem in
Opgrimbie, waar ik van 7 tot 11 juni verbleef. De eerste kennismaking met de
Koran beviel mij al meteen zeer. Ik stelde vast dat ik als gelovige christen
geen enkele moeite had om de woorden in de mond te nemen. De opening van de
Koran is bij de gelovige moslims even populair als het Onze Vader bij de
christenen. De zeven verzen ervan zijn de vaakst herhaalde regels van de Koran.
Het is dus niet moeilijk om ze aan te leren. Ze gaan als volgt:
“In de naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle
God komt alle lof toe,
de
Heer der wereldbewoners,
de
Barmhartige, de Genadevolle,
de Heerser op de dag van
het oordeel.
U dienen wij
en
U vragen wij om hulp.
Toon
ons de rechte weg,
de weg van hen aan wie
Gij Uw weldaden schenkt,
en niet van hen op wie
Uw toorn rust,
noch
van hen die dwalen.”
Het is
opvallend dat de Eeuwige al meteen van bij de aanvang van het boek wordt
aangesproken als de Barmhartige en Genadevolle. De katholieke christenen, die
op aansporen van paus Franciscus dit jaar in het bijzonder de Barmhartigheid
van God vieren, mogen er blij mee zijn! Liefde is wat God het meest kenmerkt;
niet wraak of vergelding. De Koran is geen “bloedboek”, net zomin als de Tenach
of Bijbel dat is. “Barmhartige” en
“Genadevolle” zijn slechts twee van de negenennegentig namen van God in de
Islam. Maar het zijn wel de twee namen die voorop staan! Zoals de christenen
hun gebed beginnen met de woorden “In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige
Geest”, zo begint de voordracht van elk nieuw hoofdstuk uit de Koran onveranderlijk
met de woorden “In de naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle”.
De naam
“Barmhartige” is overigens in het Arabisch afgeleid van de wortel R‑K‑M, die
‘genade’ en ‘barmhartigheid’ aanduidt. Dat ligt heel dicht bij het Hebreeuwse
woord rechem, dat ‘moederschoot’
betekent, en waaraan in het jodendom eveneens de Goddelijke attributen
‘barmhartig’ en ‘mededogend’ zijn ontleend. In onze belijdenis van de
Liefdevolle God staan wij heel dicht bij onze moslimbroeders en -zusters!
Het boek van
Thomas Cleary onthulde mij enkele dingen die ik als zeer bevrijdend ervaarde en
die mij werkelijk met nieuwe ogen naar de islam hebben doen kijken.
De auteur
raakt in zijn inleiding het probleem aan van het adequaat vertalen naar het
Engels van Arabische woorden die zo rijk van klank en inhoud zijn, dat het
haast onmogelijk is om alle nuances ervan in een moderne taal weer te geven.
Dat probleem had ik ook al ontmoet in de lessen Hebreeuws, die ik vijftien jaar
geleden volgde. Ook het Hebreeuws is zulk een rijke taal dat je haar in feite
zou moeten aanleren om alle nuances en gevoelslagen die in de Bijbelse
grondtekst besloten liggen, te kunnen proeven. In welke vertaling ook, om te
beginnen die naar het Grieks (de ‘Septuagint’) en meer nog die naar het Latijn,
gaat die klankrijkdom onherroepelijk verloren.
Thomas Cleary
was zich van dat obstakel zeer bewust. In het bijzonder stelde hij vast dat het
moderne Engels niet beschikt over een derde-persoons voornaamwoord dat past om
naar de transcendente God te verwijzen. Wat in het Nederlands evenzeer het
geval is! Daarom verkoos Cleary om algemene voornaamwoorden die naar God
verwezen te vertalen met ‘God’ en niet met ‘Hem’, zoals dat niet enkel
in de islam maar ook in het jodendom en christendom zeer gebruikelijk is. ‘God’
is immers de naam die als enige volstrekt ondubbelzinnig is! Je kleeft aldus
aan ‘God’ geen geslacht vast. “Veel
mensen met een joodse of christelijke achtergrond voelen zich vervreemd van hun
geloof door wat zij het boze-oude-manbeeld van God noemen, waarmee zij hebben
geleerd religie in verband te brengen. Bovendien is welbekend dat vooral de,
zoals men het zag, mannelijke vooringenomenheid van dit beeld veel westerse
vrouwen heeft vervreemd van het monotheïsme. Dit lijkt me volkomen onnodig”,
aldus Thomas Cleary.
Ik denk dat
het inderdaad heel bevrijdend is om de Eeuwige niet langer vast te pinnen aan
een mannelijk of vrouwelijk geslacht, en dat ook radicaal door te denken in de
manier waarop wij tot (Hem? Haar?) bidden. Ik ben ervoor om een term als
‘Heer’, ook al stamt hij rechtstreeks af uit het oeroude jodendom (‘Adonaï’) en
gebruiken de Evangeliën zelf hem om Jezus te benoemen, zeer spaarzaam en
omzichtig te bezigen. Laat de Eeuwige Onnoembare maar onnoembaar blijven! Er
zijn werkelijk genoeg mooie andere Namen om onze God en Schepper mee aan te
spreken.
Een tweede,
heel verrassende ontdekking was dat de islam zich absoluut niet afzet tegen het
jodendom en christendom, zoals omgekeerd het christendom zich traditiegetrouw
wel afzet tegen de islam en tot vijftig jaar geleden ook tegen het jodendom. De
islam aanziet zichzelf integendeel als de nederige erfgenaam van de twee grote
religies die haar in ouderdom overtreffen. Er zijn talloze passages in de Koran
die de gelovige moslims herinneren aan hun grote voorgangers in het geloof:
Abraham, Mozes, David, Salomo, Maria, Jezus. Via Noach is er zelfs een opening
naar de oosterse godsdiensten zoroastrisme en boeddhisme! (Thomas Cleary maakt
in zijn toelichting bij de kernpassages van de Koran trouwens regelmatig een
overstap naar het boeddhisme).
Volgens de
islamitische traditie zijn er 128.000 (!) profeten op aarde geweest en 104
geopenbaarde boeken. De joodse Tora (die ruwweg genomen overeenkomt met het
christelijke Eerste of ‘Oude’ Testament), de Psalmen, de christelijke
Evangeliën en de Koran worden vanuit het oogpunt van de islamitische traditie beschouwd
als de 4 belangrijkste van deze 104 boeken! Onze westerse afkeer, ja angst
voor alles wat naar islam ruikt, krijgt hierdoor een wel heel absurd, volkomen
misplaatst cachet. Aan de openheid en nederige opstelling van de islam, beleden
in haar zuiverste vorm, ten aanzien van haar profetische voorgangers in het
geloof kan het hedendaagse gangbare christendom waarachtig niet tippen!
Natuurlijk
blijft er het heikele punt van de status van Jezus in de islam. De Koran doet
niets af aan de waardigheid van Jezus, de Messias (=Christus, Gezalfde), als
een Woord, Geest of Levensadem (in het Hebreeuws ‘roeach’) van God. Maar de Koran zegt ook:
“De Messias, Jezus, zoon
van Maria,
was slechts een
boodschapper van God
en een Woord van God aan
Maria gegeven,
en een Geest van God.
Gelooft dan in God en de
boodschappers van God
en spreekt niet van een
drieëenheid,
want het is beter voor u
daarmee op te houden.
God is de enige God.
Lof
zij God, die te verheven is om een zoon te hebben.”
(Soera
4 ‘An-Nisa’, 172)
Theologisch
gezien is de kloof met het christendom hier onoverbrugbaar. Net zoals dat het
geval is tussen jodendom en christendom. Maar is het ook hier niet
vruchtbaarder en zinvoller om te focussen op wat christenen en moslims wel
met elkaar verbindt dan op wat hen van elkaar scheidt? De toenadering tussen
jodendom en christendom, die sinds het tweede Vaticaans concilie (1965) in een
stroomversnelling is geraakt, kan met evenveel recht en reden toch ook op gang
getrokken worden tussen christendom en islam?
Een derde
mythe over de islam die absoluut de wereld uit geholpen moet worden is die van
het vrouwonvriendelijk karakter ervan. Waar die vrouwonvriendelijkheid zich
heden nog vertoont, is zij in de eerste plaats cultureel en niet theologisch
bepaald. Net zoals dat het geval is in het christendom van katholieke en
orthodoxe inslag, dat anno 2016 nog steeds een uitgesproken en beslist niet
evangelisch gegrond patriarchaal karakter draagt. De katholieke of orthodoxe
pot mag de islamitische ketel warempel niet verwijten dat hij zwart ziet! In
principe is de Koran, net als het Evangelie, echter niet
vrouwonvriendelijk. Ik citeer twee passages om dat te illustreren.
“En Wij zeiden:
‘Adam, u en uw vrouw,
bewoont de hof,
en eet daarvan
overvloedig, wat u maar wilt.
Maar nadert niet tot
deze boom,
want dan zult u behoren
tot de onrechtplegers.’
Maar vervolgens deed de
Satan hen beiden misstappen.
En
hij voerde hen weg van de plaats waar zij waren.”
(Soera
2 ‘Al-Baqarah’, 36-37a)
In
tegenstelling tot de joods-christelijke versie van het verhaal van de
‘zondeval’ wordt in de tekst van de Koran Adam dus niet verleid door
zijn vrouw. Nee, beiden worden gelijkelijk bedrogen door de arglistige
inblazingen van de Satan. Hoeveel verschil zou het in de eeuwenlange
christelijke praktijk gemaakt hebben als ook in het boek Genesis deze
islamitische versie van het verhaal zou hebben gestaan!
De tweede
passage ter illustratie van de respectvolle houding ten aanzien van de vrouw
haal ik uit Soera 4; ze betreft de bruidsschat die de man moet schenken aan
zijn vrouw.
“En geeft de vrouwen
ieder hun bruidsschat ten geschenke;
maar als zij u uit eigen
beweging
begunstigen met een deel
ervan,
geniet
er dan van tot uw genoegen en voldoening.”
(Soera
4 ‘An-Nisa’, 5)
Thomas Cleary
noteert hierbij: “Een bruidsschat dient voor de economische
onafhankelijkheid van de vrouw; een man is verplicht deze te schenken, zelfs
als zijn vrouw al rijk is. Is zij welgesteld en heeft zij de bruidsschat
niet nodig, dan kan ze een deel ervan of de hele bruidsschat vrijwillig aan
haar man geven, maar het besluit daartoe is alleen haar zaak.”
De islam, een
achterhaalde, bedreigende religie? Laten we vol dankbaarheid onze gelovige
moslimbroeders en –zusters omarmen voor de verfrissende wind die zij in onze
joodse en christelijke zeilen doen waaien!
Etienne
Eertmans
12 juni 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten