vrijdag 17 juni 2016

Een bangelijk mooi boek - Over "Muidhond" van Inge Schilperoord

De debuutroman van de Nederlandse Inge Schilperoord (1973) won vorig jaar uiteindelijk niét de ECI Literatuurprijs. En ondanks de nominatie voor de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2016 en de Fintro Literatuurprijs 2016, kaapte het boek ook deze prijzen niet weg. Maar de publiciteit die “Muidhond” (een vissoort) door die nominaties kreeg, zal hopelijk toch velen ertoe aanzetten om voor de duur van 200 bladzijden in de huid te kruipen van de hoofdpersoon Jonathan.

Hij is een dertigjarige jongeman, ongehuwd en nog inwonend bij zijn oude moeder, die hem steevast met ‘jochie’ aanspreekt. Voor haar is Jonathan in wezen altijd haar kleine jongen gebleven, ook al is zij door haar lichamelijke aftakeling in de feiten volledig op zijn zorg en toewijding aangewezen. Geestelijk en emotioneel is zij echter absoluut zijn meerdere en stuurt met groot gezag al zijn doen en laten.

Jonathan lijdt aan een autismespectrumstoornis. Dat wordt niet met zoveel woorden gezegd in het verhaal, maar de symptomen zijn, voor wie een beetje vertrouwd is met autisme, overduidelijk. Jonathan houdt niet van drukte en samenscholingen van mensen. Het lukt hem ook niet om aan groepsconversaties deel te nemen; de gespreksonderwerpen interesseren hem vrijwel nooit, hij begrijpt niet waarover die mensen zich zo druk maken. Jonathan is het liefst van al altijd alleen; het gezelschap van zijn moeder verdraagt hij node en enkel uit plichtsgevoel. Hij wordt ook niet graag aangeraakt. Jonathan houdt heel veel van orde en overzicht. Hij behoudt graag de controle over alles, ook over zijn gedragingen en emoties. Hij houdt het huisje dat hij met zijn moeder bewoont piekfijn in orde, elke dag reinigt hij het grondig. Zijn dagtaak in de plaatselijke fabriek bestaat uit het sorteren van vers gevangen zeevis. Hij heeft een scherp oog voor details, maar krijgt geen zicht op het geheel. Hij houdt van voorspelbaarheid. Dat hij binnenkort met zijn moeder gedwongen moet verhuizen, zint hem absoluut niet, want alle veranderingen en afwijkingen van het vertrouwde dagpatroon voelen onveilig aan en boezemen hem grote angst in. Jonathan is niet moeilijk in de omgang, want hij is volgzaam, gewillig en onderdanig en bovenal zeer genereus. Zijn inzet en zorg voor anderen zijn haast onbeperkt. En nog: hij kan niet liegen. Zou hij het proberen (maar dat wil hij helemaal niet), dan heeft iedereen het meteen door.

Jonathan is geen gelukkige mens, want het is vaak erg druk in zijn hoofd. De emoties razen door hem heen; hij heeft de grootste moeite om ze het zwijgen op te leggen en er orde in te behouden. Want uit chaotische gevoelens komt chaotisch gedrag voort en dat wil hij niet; dat wil niemand. Hij werkt dan ook met grote overgave de opdrachten af van het therapeutische programma dat de psychologen hem hebben opgelegd. Dat kwam niet zo maar; want Jonathan heeft nog een andere hebbelijkheid: hij voelt heel veel voor jonge kinderen en voelt zich seksueel tot hen aangetrokken. Dat is atypisch voor mensen met autisme, maar aannemelijk in het geval van Jonathan. Bij het begin van het verhaal is hij voorlopig vrijgelaten uit de gevangenis “bij gebrek aan bewijs” voor een zedendelict waarvan hij wordt beticht. Terug bij zijn moeder, neemt Jonathan een nieuwe start en zweert bij zichzelf dat het kwaad dat hij beging nooit nog opnieuw zal gebeuren. Want de gevangenisopname was een ware hel voor hem. Uitgespuwd en fysiek aangevallen door zijn medegevangenen, was hij maar al te blij met zijn geïsoleerde opsluiting.

Jonathan is vooral ongelukkig omdat hij door niemand wordt bemind en aanvaard voor wie hij is, door zijn moeder nog het minst van al. Zij houdt niet op hem schuldgevoelens aan te praten. En wie van de goedwillende psychologen met al hun oefeningen en opdrachten begrijpt hem écht van binnen uit? Zij willen hem allemaal een pak aanmeten waarin hij zich ten gronde niet happy voelt. Waarom dat zo is, begrijpt hij niet goed, maar zijn diepste gevoel – waarnaar hij niet durft te luisteren en waarvoor hij bang is – liegt er niet om. Jonathan is ongelukkig omdat hij onvrij is en hij is onvrij omdat hij niet wil en niet durft te luisteren naar zijn diepste gevoelens.

Er komt iemand in Jonathans leven die hem wél accepteert zoals hij is en die hem héél, héél lief vindt! Het is zijn tienjarige buurmeisje, kind van gescheiden ouders, verwaarloosd door haar afwezige moeder en eenzaam rondhangend op het pleintje bij haar huis, want vriendjes heeft ze niet. Zij vertoont wel wat karaktertrekken die we bij Jonathan ook al tegenkwamen: met name haar zin voor precisie en meer nog haar zorgzaamheid en generositeit. Zij houdt ontzettend veel van dieren want met mensen heeft ze niet zo’n leuke ervaringen gehad in haar nog jonge leventje. Jonathan is voor haar de grote uitzondering, met hem zou ze wel heel de dag willen vertoeven. Jonathan wil in feite ook niets liever, maar hij is uiterst argwanend tegenover dat verlangen, dat hem vanbinnen verteert; hij bestrijdt het met alle middelen…

Ik ga de zeer ontroerende en pakkende, maar even goed tragische afloop van dit verhaal niet verklappen. Lees het zelf in dit overweldigend en bovendien zeer mooi geschreven boek, dat mij aan het denken heeft gezet over het feit dat niemand volledig samenvalt met zijn gevoelens of gedragingen, maar toch ook zichzelf verraadt als hij of zij daar niet ten volle naar durft te luisteren. Daarnaast vormt het ook een mijmering over de beperkingen van allerlei therapeutische programma’s, hoe goedbedoeld die ook mogen zijn. En dat wordt ons aangekaart door een schrijfster die daarnaast in haar dagelijkse leven ook forensisch psycholoog is! Het is de garantie dat dit geen lichtzinnig verhaaltje is, maar de beschrijving van een tragiek die sommige van onze medemensen heel reëel overkomt.

Etienne Eertmans
17 juni 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten