De
debuutroman van de Nederlandse Inge Schilperoord (1973) won vorig jaar
uiteindelijk niét de ECI Literatuurprijs. En ondanks de nominatie voor de
shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2016 en de Fintro Literatuurprijs 2016,
kaapte het boek ook deze prijzen niet weg. Maar de publiciteit die “Muidhond”
(een vissoort) door die nominaties kreeg, zal hopelijk toch velen ertoe
aanzetten om voor de duur van 200 bladzijden in de huid te kruipen van de
hoofdpersoon Jonathan.
Hij is een
dertigjarige jongeman, ongehuwd en nog inwonend bij zijn oude moeder, die hem
steevast met ‘jochie’ aanspreekt. Voor haar is Jonathan in wezen altijd haar
kleine jongen gebleven, ook al is zij door haar lichamelijke aftakeling in de
feiten volledig op zijn zorg en toewijding aangewezen. Geestelijk en emotioneel
is zij echter absoluut zijn meerdere en stuurt met groot gezag al zijn doen en
laten.
Jonathan
lijdt aan een autismespectrumstoornis. Dat wordt niet met zoveel woorden gezegd
in het verhaal, maar de symptomen zijn, voor wie een beetje vertrouwd is met
autisme, overduidelijk. Jonathan houdt niet van drukte en samenscholingen van
mensen. Het lukt hem ook niet om aan groepsconversaties deel te nemen; de gespreksonderwerpen
interesseren hem vrijwel nooit, hij begrijpt niet waarover die mensen zich zo
druk maken. Jonathan is het liefst van al altijd alleen; het gezelschap van
zijn moeder verdraagt hij node en enkel uit plichtsgevoel. Hij wordt ook niet
graag aangeraakt. Jonathan houdt heel veel van orde en overzicht. Hij behoudt
graag de controle over alles, ook over zijn gedragingen en emoties. Hij houdt
het huisje dat hij met zijn moeder bewoont piekfijn in orde, elke dag reinigt
hij het grondig. Zijn dagtaak in de plaatselijke fabriek bestaat uit het
sorteren van vers gevangen zeevis. Hij heeft een scherp oog voor details, maar krijgt
geen zicht op het geheel. Hij houdt van voorspelbaarheid. Dat hij binnenkort
met zijn moeder gedwongen moet verhuizen, zint hem absoluut niet, want alle
veranderingen en afwijkingen van het vertrouwde dagpatroon voelen onveilig aan
en boezemen hem grote angst in. Jonathan is niet moeilijk in de omgang, want
hij is volgzaam, gewillig en onderdanig en bovenal zeer genereus. Zijn inzet en
zorg voor anderen zijn haast onbeperkt. En nog: hij kan niet liegen. Zou hij
het proberen (maar dat wil hij helemaal niet), dan heeft iedereen het meteen
door.
Jonathan is
geen gelukkige mens, want het is vaak erg druk in zijn hoofd. De emoties razen
door hem heen; hij heeft de grootste moeite om ze het zwijgen op te leggen en
er orde in te behouden. Want uit chaotische gevoelens komt chaotisch gedrag
voort en dat wil hij niet; dat wil niemand. Hij werkt dan ook met grote
overgave de opdrachten af van het therapeutische programma dat de psychologen
hem hebben opgelegd. Dat kwam niet zo maar; want Jonathan heeft nog een andere
hebbelijkheid: hij voelt heel veel voor jonge kinderen en voelt zich seksueel
tot hen aangetrokken. Dat is atypisch voor mensen met autisme, maar aannemelijk
in het geval van Jonathan. Bij het begin van het verhaal is hij voorlopig vrijgelaten
uit de gevangenis “bij gebrek aan bewijs” voor een zedendelict waarvan hij
wordt beticht. Terug bij zijn moeder, neemt Jonathan een nieuwe start en zweert
bij zichzelf dat het kwaad dat hij beging nooit nog opnieuw zal gebeuren. Want
de gevangenisopname was een ware hel voor hem. Uitgespuwd en fysiek aangevallen
door zijn medegevangenen, was hij maar al te blij met zijn geïsoleerde
opsluiting.
Jonathan is
vooral ongelukkig omdat hij door niemand wordt bemind en aanvaard voor wie hij
is, door zijn moeder nog het minst van al. Zij houdt niet op hem
schuldgevoelens aan te praten. En wie van de goedwillende psychologen met al
hun oefeningen en opdrachten begrijpt hem écht van binnen uit? Zij willen hem
allemaal een pak aanmeten waarin hij zich ten gronde niet happy voelt. Waarom
dat zo is, begrijpt hij niet goed, maar zijn diepste gevoel – waarnaar hij niet
durft te luisteren en waarvoor hij bang is – liegt er niet om. Jonathan is
ongelukkig omdat hij onvrij is en hij is onvrij omdat hij niet wil en niet
durft te luisteren naar zijn diepste gevoelens.
Er komt
iemand in Jonathans leven die hem wél accepteert zoals hij is en die hem héél,
héél lief vindt! Het is zijn tienjarige buurmeisje, kind van gescheiden ouders,
verwaarloosd door haar afwezige moeder en eenzaam rondhangend op het pleintje
bij haar huis, want vriendjes heeft ze niet. Zij vertoont wel wat
karaktertrekken die we bij Jonathan ook al tegenkwamen: met name haar zin voor
precisie en meer nog haar zorgzaamheid en generositeit. Zij houdt ontzettend
veel van dieren want met mensen heeft ze niet zo’n leuke ervaringen gehad in
haar nog jonge leventje. Jonathan is voor haar de grote uitzondering, met hem
zou ze wel heel de dag willen vertoeven. Jonathan wil in feite ook niets
liever, maar hij is uiterst argwanend tegenover dat verlangen, dat hem
vanbinnen verteert; hij bestrijdt het met alle middelen…
Ik ga de zeer
ontroerende en pakkende, maar even goed tragische afloop van dit verhaal niet
verklappen. Lees het zelf in dit overweldigend en bovendien zeer mooi
geschreven boek, dat mij aan het denken heeft gezet over het feit dat niemand
volledig samenvalt met zijn gevoelens of gedragingen, maar toch ook zichzelf
verraadt als hij of zij daar niet ten volle naar durft te luisteren. Daarnaast vormt
het ook een mijmering over de beperkingen van allerlei therapeutische programma’s,
hoe goedbedoeld die ook mogen zijn. En dat wordt ons aangekaart door een
schrijfster die daarnaast in haar dagelijkse leven ook forensisch psycholoog
is! Het is de garantie dat dit geen lichtzinnig verhaaltje is, maar de
beschrijving van een tragiek die sommige van onze medemensen heel reëel
overkomt.
Etienne
Eertmans
17 juni 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten