zondag 19 juni 2016

Een kleerkast, een rolstoel, een strijkijzer en een keerborstel

Opmerking vooraf: elke gelijkenis met bestaande voorwerpen of personen berust toevallig op louter toeval.

In het huis van Marianne heerste hoogspanning, en dat om meer dan één reden. Het was examentijd en haar kinderen Leander en Anna hadden het niet onder de markt. Zij moesten echt zwoegen om over de streep te geraken. Maar… de nationale voetbalploeg van België (koosnaam: Rode Duivels) nam ook deel aan het Europees kampioenschap in Frankrijk en dat werd in huize Marianne met meer dan gewone aandacht gevolgd. Er werd dus voortdurend geschipperd tussen voetbal en studie, erover wakend dat voor geen van beide activiteiten te weinig tijd restte.

Zaterdagmiddag. Marianne moest dringend nog boodschappen doen. Liefst was zij gewoon thuis gebleven, puur om te zien of haar twee schatten wel hard genoeg doorwerkten om dat venijnige examen dat maandag op het menu stond, goed voor te bereiden. Maar ja, eten moest het gezin toch ook en dus trok mama naar de winkel, vast van plan om het kort te houden.

Nog was de deur niet in het slot gevallen, of daar sprong Leander al op: “Hé zus! Wat vind jij hiervan? Ik de hele namiddag achter mijn boeken zitten: teute! Ik ga lekker sjotten op het speelplein! Kom je mee?” – “Nu je het zegt”, antwoordde Anna, “ik heb ook geen zin in m’n boeken. Hoe lang zou mama wegblijven? Een uurtje hebben we toch wel?”  En daar renden de twee schatten al naar buiten, richting speelplein.

De deur was nog niet achter hen in het slot gevallen, of daar klonk een krakerige stem: “Gasten, ’t is nu of nooit!” zei Karel Kleerkast, “we hebben het rijk voor ons alleen! Profiteert ervan!”

“Wat je zegt!”, repliceerde Ronnie Rolstoel. “Straks verhuizen ze mij naar oma, die nu in een woonzorgcentrum woont en erop zit te wachten om haar dikke billen op mijn zitting te kunnen schuiven. Ik wil nog wel even chillen voordat mijn uur geslagen is en ik voorgoed aan dat oude mens word gekluisterd!”

“Nou moe!”, kwam Stijn Strijkijzer tussen. “Ik word helemaal heet als ik jullie zo bezig hoor! Ik kan niet wachten om mee te doen!”

“Maar niet zonder mij, mooie gasten!” klonk het vanachter de keukendeur. Daar stak Kermit Keerborstel zijn stoffige kop tevoorschijn. “Als het op zwieren en zwaaien aankomt, ben ik als de beste!”

En nog voor iemand tot tien kon tellen, ging de hele bende loos dat het een lieve lust was. Stijn sprong op Ronnie’s schoot en die racete met hem door de kamer. Hij ramde af en toe wel een tafelpoot, smeet hier en daar een stoel of bloempot omver, maar dat kon de pret niet drukken. Ze hadden in geen maanden zo’n pret gemaakt! Karel sloeg het allemaal gade en klapte met zijn deuren van plezier.

“Auw! Gemene wegpiraat!” gilde Kermit opeens, “je reed over mijn voeten!”

“Mond houden jij, Borstelmans! Moet jij niet beter uitkijken waar je danst?”, riep Stijn hem toe en aaide hem lichtjes over zijn bol. Meteen begon het in de kamer te stinken naar geschroeid haar.

“Verdomme! Nu krijg je met mij te doen! Dit laat ik niet over mijn kam gaan!” gilde Borstelmans, pardon, Keerborstel. En met een rake stoot van zijn steel zwiepte hij Stijn uit Ronnie Rolkar, zodat hij met veel kabaal tegen Karel Kleerkast terechtkwam en daar een lelijk gat maakte in de middendeur.

“Wel godallemachtig!” tierde Karel, “Ben jij nog wel goed bij je verstand? Kijk mij nou eens! Hoe denk je dat dit gat nog hersteld geraakt? Dit wordt gegarandeerd een deuramputatie!”

De enige die er nog onbeschadigd bij stond, was Ronnie Rolstoel. Bij het zien van de ravage die hij in de kamer had aangericht, was hij opeens erg stil geworden. “Ojee jongens, dit loopt niet goed af!” zei hij bedrukt. “Laten we liefst allen naar onze plaatsen terugkeren! Hoor ik daar trouwens niet al gerucht achter de deur?”

Vliegensvlug nam iedereen zijn vroegere plaats terug in. Niets te vroeg, want daar stond inderdaad Marianne al in de kamer: “Jeminee! Wat is HIER aan de hand?” riep zij uit. “Leander!! Anne!! Waar zitten jullie, sakkerse rotapen!!”

Het antwoord liet niet lang op zich wachten. Een fluisterstem klonk achter de deur: “Shit zeg! Ze is er al! Hoe heeft zij ‘em dat zo vlug gelapt?” – “Laten we haar overbluffen met het goede nieuws!” fluisterde een andere stem terug, “dat maakt het een stuk moeilijker voor haar om kwaad op ons te zijn!”

Kalm openden zij de deur en stonden daar oog in oog met hun moeder, met een waanzinnige blik in haar ogen. “Mama, de Belgen staan 3-0 voor, tegen Ierland!...” probeerde Leander nog, maar toen zag ook hij hoe de kamer, die zij nochtans netjes hadden achtergelaten, veranderd was in een onoverzienbare puinhoop. “Hoe… wat…” stamelde hij. Zus Anna was intussen in tranen uitgebarsten: “Mama! Wij zijn alleen maar eventjes…”

Maar mama liet de kinderen niet uitspreken. “Dit is het laatste dat ik nog van dat voetbalkampioenschap wil gehoord hebben! Vanaf nu wordt er hier enkel nog gestudeerd, en niet zuinig ook! En als jullie maandag niet door dat examen geraken, dan ga IK van jullie eens een examen afnemen!” klonk het boos.

Etienne Eertmans
19 juni 2016
Post scriptum

Als uitsmijter nog deze uitspraak van Francis Bacon: “De wijnstok brengt meer vruchten voort wanneer hij jong is, maar betere wanneer hij oud is”. Take that!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten