Jezus
vertelde het volgende verhaal:
“Het
zal met het hemelse koninkrijk gaan als met tien meisjes die met hun fakkels de
bruidegom tegemoet trokken. Vijf van hen waren dom en vijf verstandig. Want de
domme namen wel hun fakkels met zich mee, maar geen olie. Maar de verstandige
namen met hun fakkels ook olie mee in kruiken.
Omdat
de bruidegom op zich liet wachten, dommelden ze allen in en sliepen.
Midden
in de nacht klonk er geroep: ‘Kijk, de bruidegom, ga hem tegemoet!’
Alle
meisjes stonden op en maakten hun fakkels in orde. De domme zeiden echter tegen
de verstandige: ‘Geef ons van jullie olie, want onze fakkels gaan uit!’ Maar de
verstandige antwoordden: ‘Nee, want er is niet genoeg olie voor ons én voor
jullie. Ga liever naar de winkel en koop olie voor jezelf.’
Toen
de domme meisjes weg waren om olie te kopen, kwam de bruidegom en liet de
andere meisjes met zich mee naar binnen gaan voor de bruiloft. Ze deden de deur
op slot.
Later
kwamen ook de andere meisjes en riepen: ‘Heer, heer, doe toch open voor ons!’
Maar de bruidegom antwoordde: ‘Ik verzeker jullie: ik ken je niet.’
Wees
dus waakzaam, want je kent dag noch uur!”
(Matteüs
25,1-13)
De katholieke
liturgie koos dit verhaal vandaag uit omdat de kerk het overlijden gedenkt op 9
augustus 1942 van Edith Stein. Zij werd in 1891 geboren in een joods gezin. In
1921 werd zij katholiek en in 1933, het jaar van de machtsgreep van Adolf
Hitler, trad zij in Keulen toe tot de kloosterorde van de karmelietessen. Als
jodin was zij nergens veilig, ook niet in het klooster in het Nederlandse Echt,
waarnaar zij in 1938 verhuisde. Zij werd er op 2 augustus 1942 door de nazi’s
uitgesleurd en overleed 7 dagen later in de gaskamers van het vernietigingskamp
van Auschwitz in Polen.
Met het
verhaal uit het Matteüsevangelie eert de kerk Edith Stein als een waakzaam
bruidsmeisje voor God. De nadruk ligt dus op het stille waken en wachten. Een praktijk
die niet populair meer is in dit tijdperk van internet en hogesnelheidstreinen,
druk-druk-druk en snel-snel-snel.
Ik ontdek in
dit verhaal echter nog een andere invalshoek, namelijk die van het delen. Hoe
onvriendelijk was het wel niet van die vijf alerte, waakzame meisjes om hun
olie niét te delen met hun wat slordige, nonchalante vriendinnen? Het verhaal
van de krekel en de mier herhaalt zich hier. Wat doe ik als ik honger heb en
mijn maat ook, en er is maar net genoeg brood om één maag te vullen? In het
Eerste Testament vraagt de profeet Elia aan een arme weduwe om voedsel. De
weduwe antwoordt hem dat zij nog net genoeg meel heeft om zichzelf en haar zoon
nog één keer te voeden, daarna is alles op. Toch bakt zij voor Elia een broodje
en geeft het hem, wetend dat zijzelf en haar zoon de hongerdood wacht. Dus wel
verstandige, maar tevens hardvochtige meisjes? Die als beloning dan ook nog
mogen aanschuiven aan de feesttafel van de bruidegom?
Het dilemma
waarvoor de meisjes zich geplaatst zien, situeert zich in de materiële wereld
en een eerbare uitkomst is er niet. Wanneer je in de Sahara rondzwerft en er is
maar één drinkbus voor jou en je vriend of vriendin, dan is minstens één van
beiden ten dode opgeschreven. Deel je die drinkbus met elkaar, dan sterf je
allebei. Alleen in de niet-materiële wereld staat delen gelijk met
vermenigvuldigen. Dat geldt voor het delen van ideeën en meer nog voor het
delen van vriendschap en liefde. Maar met water en brood en medicijnen ligt het
anders. Dan moeten er soms verscheurende keuzes worden gemaakt. Gelukkig is het
dat niet waarop Jezus in dit verhaaltje de aandacht wilde vestigen. En gelukkig
moeten wij zelf ook niet elke dag voor zulke onmogelijke keuzes staan.
Etienne
Eertmans
9 augustus
2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten