dinsdag 23 augustus 2016

Hoe leg je vlinders aan een schildpad uit? - Over "Dezelfde zee" van Amos Oz

Over twee dagen, op 25 augustus dus, brengt het Antwerpse theatergezelschap De Nwe Tijd op het Zeeland Nazomerfestival de premièrevoorstelling van haar bewerking van “Dezelfde zee”, een boek uit 1999 van de Israëlische schrijver Amos Oz. Daarin volgen we het wel en wee van een negental personen, al dan niet nog in leven, die alle op een of andere manier betrokken zijn op elkaar.

Er is vooreerst Albert Danon, een oudere alleenstaande man die zijn brood verdient als belastingadviseur. Hij verloor onlangs zijn echtgenote Nadia, die aan eileiderkanker overleed. Hij maakt eerder toevallig kennis met Bettine Karmel, een oudere vrouw die net als hij treurt om het verlies van haar levenspartner, Avram. Aarzelend zoeken zij steun en troost bij elkaar.

Alberts enige kind, zijn zoon Enrico David, probeert het verlies van zijn mama te verwerken door een maandenlange trektocht te maken doorheen Nepal, India en Sri Lanka. Hij laat in Israël zijn vriendinnetje Dita Inbar achter, die de pijn van het gemis van Enrico tracht te verdoven door intieme betrekkingen aan te knopen met Enrico’s vriend Gigi Ben Gal. Enrico zelf zoekt, wanneer het alleen zijn hem te machtig wordt, toenadering tot de hoer Mirjam. Gigi Ben Gal heeft een jaloerse rivaal en dat is Doebi Dombrov, die hemel en aarde beweegt om Dita Inbar te verleiden tot een rol in zijn film, die hij bij gebrek aan geld nooit zal kunnen maken.

En tenslotte is er nog de verteller zelf, Amos Oz, die af en toe inbreekt in zijn eigen verhaal en in dialoog treedt met zijn personages of door hen wordt geïnterpelleerd en terechtgewezen.

Wat al deze mensen gemeen hebben, is dat ze eenzaam zijn en “op zoek naar wat is kwijtgeraakt”. Het is een tamelijk vruchteloze inspanning, want aan het einde van het boek zijn zij in wezen even eenzaam als bij het begin ervan.

Dat De Nwe Tijd naar deze tekst heeft gegrepen om er een toneelbewerking van te maken, verbaast me niet. Het gezelschap heeft een lange traditie van ‘verteltheater’, waarmee ik bedoel theatervoorstellingen die hun belang en schoonheid niet in de eerste plaats ontlenen aan spectaculaire decors en dito spelbewegingen, maar wel aan het geduldig laten ontluiken van literaire, vaak erg poëtische teksten in een setting die de aandacht zo weinig mogelijk daarvan afleidt. Theater op de vierkante meter dus, zoals zij het zelf graag noemen. Maar oneindig boeiend vaak, omdat je met de spelers mee afdaalt in de diepten van de menselijke ziel, en met hen de blik richt op de achterkant en onderkant van de gebeurtenissen, om er zo mogelijk betekenis en zin van af te kunnen schrapen.

Het maakt me benieuwd naar de manier waarop het gezelschap het ruwe materiaal dat het boek van Amos Oz aanlevert, theatraal te gelde zal maken. Afgaande op mijn eigen leeservaring lijkt het me geen gemakkelijke klus. Stilistisch beweegt de tekst zich van tamelijk eenvoudig-verhalend naar enigmatisch-poëtisch, voortdurend verspringend tussen die twee polen. De tekstfragmenten zijn nooit langer dan twee pagina’s; sommige fragmenten beslaan hooguit een zestal dichtregels. Steeds wisselt de gezichtshoek: bij elk tekstdeel is het een ander personage dat mijmert over zijn of haar voornemens en verlangens, of herinneringen ophaalt. Het is niet altijd helder welke persoon bij een bepaald tekstfragment hoort. En zelf kon ik de eerder poëtische teksten, die soms de vorm aannemen van een ellenlange woordenrij zonder interpunctie, maar matig waarderen. Ik houd er niet van wanneer een schrijver mij leidt in wat ik aanvoel als een mist van metaforen, waarin ik nauwelijks nog een rationele lijn kan bespeuren. Het heeft te maken met respect voor je lezer als je er zorg voor draagt dat je tekst ook nog iets zinnigs weet over te brengen, zelfs als je poëzie bedrijft. Ik houd Amos Oz hier voor wat hij zelf heeft geschreven op pagina 45: “Denk eraan dat je alles kant-en-klaar hebt aangetroffen, van sterrenlicht tot olijven, of zeep, van klein tot groot, van laken tot herfst. Het kan geen kwaad om in ruil een paar fatsoenlijke regels na te laten.” (!)

“Zo kan hij (d.i. de verteller) het ongeveer samenvatten: je hebt liefde en je hebt liefde” (pagina 44). Maar: “Hoe leg je vlinders aan een schildpad uit?” (pagina 29).

Etienne Eertmans

23 augustus 2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten